Monday, July 27, 2009

Siciliaanse Maffiapraktijken

We wilden gaan eten, maar het was nog belachelijk vroeg. Dat krijg je als je met 8 jaar een dag hebt gezwommen en rondgelopen in een oude stad. Alle terrasjes in ons Siciliaanse dorp waren nog akelig leeg. En het was nog licht. Overal waren obers nog tafeltjes aan het dekken. Behalve op dat ene terras.

Het lag in een nis vlak naast de boog van een oud gebouw, begroeid met bougainville. Diep paars en prachtig. De gele kleedjes lagen uitnodigend op de tafeltjes en de verse vis lag al in de vitrine. De obers waren te formeel gekleed voor het dorpse eethuisje, maar ze probeerden ons niet naar binnen te sleuren. Ze waren fijn vriendelijk correct, zoals een ware ober hoort te zijn. En wat ook fijn was: er zat al een man aan een tafeltje, we zouden daar gelukkig niet alleen zijn, want zo kinderachtig ben ik soms, P. heeft daar geen last van. Tevreden zochten we de beste tafel uit, met zicht op alles en iedereen.

De man bleek een lok-eend. De strak in oberpak gehesen mannen hadden niet veel met hem op, maar wel de grauw pafferige man met een buikje in een slonzige streepjespolo. Hij moest de baas zijn van het etablissement, want hij gaf druk gebarend orders aan de obers, liep af en aan, zonder dat hij in onze ogen veel deed. Hij zag er zorgelijk uit. De man aan het tafeltje leek zijn vader te zijn. Als de zoon onderweg was van A naar B hadden ze steeds korte gesprekken. Hun gezichten stonden dan ernstig. Maar als hij alleen was, zette de vader zijn zorgelijke masker af en leek hij tevreden aan zijn wijntje te nippen. Hij was oud en vervulde zijn lokfunctie met verve.

We waren niet de enigen die vroeg wilden eten in een restaurant waar al iemand zat. Waar andere terassen nog leeg waren, was het onze binnen een half uur zo goed als vol en moest de vader plaatsmaken van de zoon. Met moeite stond hij op, pakte zijn stok, waaraan een haakje zat en aan dat haakje hing hij een zak pis. P. gruwde ervan. Uit vaders gulp stak een catheter, en daarop aangesloten zat een volle plaszak, wat allemaal onzichtbaar was toen hij nog aan een tafeltje zat. De mensen die zijn tafel wilden innemen keken bedenkelijk naar de zak. Niet zo fris nee, maar ja, het tafeltje dat de oude man vrij maakte, was het enige vrije tafeltje op het enige gevulde terras in het dorp. Het restaurant moest dus goed zijn. En dan zeg je geen nee tegen de tafel van een dubieuze voorganger. Ze gingen zitten.

De oude vader schuifelde naar binnen. Daar was het leeg, touristen willen nu eenmaal buiten zitten. De buikige zoon in het polostreepje bleef nerveuzig af en aan lopen, in schril contrast met zijn onverstoorbare en erg correcte obers. Een grote tafel werd vrijgehouden op het terras. Nee, u kunt daar niet zitten, gereserveerd. En toen kwam een grote glimbak voorrijden. Twee patsers stapten uit met drie opgeverfde vrouwen in te korte rokjes. Voor hen was de tafel bestemd. De zoon schoot toe om met stoelen te helpen, wijn aan te rukken. Vader hing weer even zijn zak aan de haak om naar de deuropening te schuifelen en te groeten.

Het terras had ineens een andere sfeer. Het nieuwe vijftal viel uit de toon, ze waren overdressed en luidruchtig. Vis werd besteld, veel vis en toen het op tafel kwam, liep een van de mannen naar binnen. En omdat ik op de plek zat waar ik alles en iedereen kon zien, zag ik dat de zoon een rol bankbiljetten overhandigde aan de patser. Vader en zoon keken haast onderdanig, nerveuzig, terwijl de blaaskaak vrijwel zonder te bedanken het geld aanpakte. Toen hij het terras weer opliep, stopte hij het bundeltje geld achteloos in het borstzakje van zijn hemd.

Maffia flitste het door mijn hoofd. Natuurlijk zie ik te veel films, maar dit had een scene uit de Godfather kunnen zijn. En Sicilie zit nog vol maffia. Mijn opwinding maakte snel plaats voor een ander gevoel. Arme buikige streepjespolozoon. Hij vuurde zijn obers aan om snel, snel tafels weer af te ruimen en te dekken zodra mensen opstonden. Er was geld nodig. Veel geld voor blaaskaak en trawanten. Grauwbleek glimlachend bediende hijzelf de patsertafel, waar luidruchtig nog meer vis werd besteld. Zouden ze ervoor betalen? De oude vader staarde mistroostig naar buiten, zijn plaszak lag naast hem op de grond, vergeten.