Thursday, December 13, 2007

Newman's own

New England is in de ban van wat organic wordt genoemd. In Nederland kennen we dat onder de naam biologisch. In AH vormde het nog maar een klein onderdeel, toen ik NL verliet. In Boston neemt het grote vormen aan. De whole foods is een total organic store. Wel pakken ze je boodschappen in plastic of paper bags, zoals Amerikanen dat gewend zijn. Speciaal voor de plastic bags staat er een recycle bak. Je kunt ook boodschappentassen kopen voor een dollar, maar dat is niet populair. Ik zie er weinig mensen mee.

In NL had ik wel fraaie booschappentassen uit India, maar ik gebruik ze niet meer. Ze hangen als een soort herinnering aan de gangkast. Ze zijn te groot voor Amerikaanse begrippen. Amerikaanse inpakkers pakken kosher in, vanwege de grote Joodse gemeenschap. Daardoor krijg je veel kleine tassen. Bovendien sjouwt dat makkkelijker. Dus hangen mijn boodschappentassen ongebruikt in de gang en de nieuwe, voorzien van een Whole Foods merk, vergeet ik vaak. De recycle bak halen mijn gekregen tassen meestal niet. De plastic bags gebruik ik als pick-up-after-your dog-zakje. De paper bags worden wel gerecycled want daarin gaan de oude kranten. Het huisvuil wordt hier namelijk ook gescheiden opgehaald.

De Whole Foods is dus de organic store. De tandartsassisente vertrouwde me laatst toe dat ze er bijna geen boodschappen deed. 'Only special things', anders zou ze niets meer over houden van haar maandsalaris. Ze heeft gelijk de whole foods is duur, maar wat ze hebben lijkt nog het meest op de Nederlandse supermarkten, zonder wijn dan, maar wel met - heel on-Amerikaans - lekker brood en veel verse groente. Maar godsgruwelijk duur, dat is waar. Niet dat het hindert in deze rijkeluisbuurt. Ik weet 3 whole foods te zitten binnen 5 km en het is er altijd druk.

De Shaws, de echte Amerikaanse supermarkt met gangpaden vol diepvrieseten en hamburgers heeft inmiddels ook een organic section en andere winkels verkopen net als in NL een handjevol als organic aangeprijsde spullen. Zelfs McDonalds is een beetje organic gegaan, met Newman's own koffie, naast de immer vette en laffe hamburgers, die niet organic zijn. Newman's own is trouwens in veel meer winkelketens te vinden, ook in de Whole Foods, onze lokale supermarkt en de Target.

Filmfanaten of 40-plussers kennen Paul Newman nog wel, want hij is de promotor van het gelijknamige merk. Eerst kon ik dat niet geloven, totdat ik de Newman's own website bekeek. Newman was in de jaren 50 een stud als Brando in kwaliteitsfilms als The long hot summer, Cat on a hot tin roof etc. Nu staat zijn hoofd op alle Newman's own-producten van pet food - niet te eten volgens mijn katten en hond - tot koffie, sauzen -erg lekker - en snoepjes in schattige blikjes, waarvan we er inmiddels al zo'n 50 van hebben verzameld, zo lekker is de inhoud en zo mooi de verpakking. Het doel is ook goed. De totale opbrengst van Newman's own gaat naar charity, inmiddels al 220 million USD! Ook als 80-plusser blijft Newman erg ok:-)

Wednesday, December 12, 2007

One nation under frog

'Mam, ik geloof niet in God. Dat zeg ik ook tegen andere kindjes.'
Enigszins upset kijk ik naar X. Niet omdat hij perse in God moet geloven van mij. Dan had ik hem maar meer godsbesef bij moeten brengen. Wat me wel zorgen baart is dat hij tegen Amerikaanse kinderen atheisme predikt.

'That's a bad word', kapittelde zijn vriendje me onlangs. Met de nadruk op 'bad'. Zonder nadenken had ik 'O my God', gezegd. Ik riep nog laf dat ik geen 'bad word' zei, maar 'O, my gosh'. Dat is een tenenkrommende tutholamevrouwenvloek, maar beter dat, dan te boek te staan als die vloekende moeder, waarvan je het kind beter kunt mijden. Het vriendje trapte er niet in. 'No, you really said a bad word.' Zucht. Ik heb het toen laten overwaaien. Uiteraard gebeurde er niets in het zichzelf liberaal noemende Boston, maar toch was ik er niet helemaal gerust op.

Binnen een straal van 5 km weet ik hier wel een kerk of tien te staan. Allemaal goed onderhouden, voor diverse geloofsrichtingen en allemaal druk bezocht. Ook de Zondagsschool bloeit hier nog. Vaag kan ik me mijn Zondagsschool nog herinneren en dan vooral de stichtelijke boekjes die je met Kerstmis kreeg. W.G. van der Hulst-braafheid. In ouderwetse bewoordingen onderichtte men de kinderziel over arme meisjes, zonder moesje en stoute bengels. Gelukkig kwam het altijd goed, omdat God met je was. Ik vond dat mooi. Nu nog, uit puur sentiment.

Toch gaat X. niet naar de Zondagsschool. Veel van zijn vriendjes gaan wel. 'We are catholic, I think its good to tell them about religion,' zei een moeder tegen me. Ja, dat vind ik ook, maar daarvoor hoef je niet naar de kerk. Bovendien moest ik heftig nadenken over wat ze me eerst vertelde, dat het zo traumatisch was, dat openbaar biechten vroeger. 'Doen ze dat nu nog?,' vroeg ik. 'No, I don't think so.'

X. fulmineert verder over het geloof. 'Het is stom.' Ik zeg dat ik niet weet of God wel of niet bestaat. Dat vindt hij belachelijk. 'Geloof je in Sinterklaas', probeer ik. Hij kijkt me aan. Schrik. Wat heb ik nu gedaan? Straks gelooft hij niet meer in Sint door dit gesprek en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. 'Ja, natuurlijk geloof ik in Sinterklaas, die kun je toch zien.' Poeh, gelukkig heb ik zijn geloof in de Goedheiligman niet kapot gemaakt. Zeer discutabel eigenlijk dat ik dat dan blijkbaar belangrijker vind dan zijn geloof in God.

'Niemand heeft God gezien, dus bestaat hij niet', zegt X. Wij hebben ook geen dino;s gezien, zeg ik. Onzin vindt hij. 'Daar zijn botten van.' Wat een wijsheid. 'Mensen die geloven doen alleen maar nare dingen.' Ik schrik ervan. Hij ziet het en zegt: 'Maar dat zeg jij ook altijd.' Vreselijk, heb ik hem nu al het idee gegeven dat mensen vanuit hun ideologie ellende kunnen veroorzaken? Daarvoor is hij veel te jong. Ik leg hem omstandig uit dat mensen ook veel steun kunnen hebben aan God. Dat ze zich daardoor minder alleen voelen. Hij kijkt ongelovig. Ik besluit de discussie voorlopig te laten rusten. 'Nee, hij zou er vriendjes niet mee lastig vallen', belooft hij. Hij begrijpt wel dat opmerkingen maken over zaken die andere mensen belangrijk vinden niet fijn zijn. Maar stom vindt hij het nog steeds. 'Daarom zeg ik de "Pledge of Allegiance" nu anders."

Van mij hoeft X. geen trouw te zweren aan de Amerikaanse vlag, zoals alle kinderen van zijn school iedere ochtend trouw doen - zelfs met de hand op het hart. Maar je mond houden in zo'n brave groep is lastig voor een 6-jarige. Vroeg of laat moet je dan uitleggen wat er aan de hand is. Dat had X. wel door, dus had hij zijn eigen daad van verzet gevonden, om af te rekenen met dat geloof. "Ik zeg in plaats van 'one nation under God' nu 'one nation under frog'", vertrouwt hij me toe. Ik wil niet lachen, uit pedagogisch oogmerk, maar kan me niet inhouden. Ongetwijfeld zal God me nu straffen.

Tuesday, December 04, 2007

Alleman afgekeurd

"Pas bij het weggaan ga je pas beseffen wat je in het oude Holland achterliet. Ja, wat laten zij die weggaan eigenlijk allemaal in Holland achter? Wat zal er allemaal gewoon doorgaan als je ergens ver weg zit te denken dat het zoveel mooier was dan het was?" Zwart-witbeelden van keurige jaren zestig mevrouwen. Haren in de krul, bloemen onder de arm, jurken. Regen op de startbaan waarop een oud KLM-toestel is te zien. Zoenen, omhelzingen en tranen. Bert Haanstra's 'Alleman' heeft alle emoties van het vertrek te pakken en als Simon Carmiggelt ook nog eens van die weemoedige vragen erbij stelt, krijg ik een prop in mijn keel. Alsof ik een landverhuizer ben? Ik kan terug wanneer ik wil, maar toch. Tot mijn ontzetting begint X. naast me te huilen. Hij voelt zich wel een landverhuizer. Hij kan niet beslisen wanneer hij teruggaat. "Ik wil dit niet zien", huilt hij. "Dan wil ik naar Nederland terug. Die film is niet leuk." Ik voel me schuldig. Ik wilde hem juist wel iets leuks laten zien, maar ik had er geen idee van dat er zo'n emotionele vertrekscene inzat. Dat stuk herinnerde ik me niet meer. Ooit toen ik de film zag, maakte dat geen indruk op me. Wel de verkleedtaferelen voor het zwemmen, die antiek zijn voor modern Nederland, maar op het Amerikaanse strand nog heel gewoon. X. glimlacht welwillend als hij het gedoe op het strand ziet. Ik zie ouderwetse rieten strandstoelen en strandpakjes. Ach, weet je nog, mijmert het in mijn hoofd. X. kijkt ernaar als naar de prehistorie, maar hij mist duidelijk de dino's. "Kunnen we nu de games doen op het Sinterklaasjournaal?", vraagt hij. "Ik wil mijn Pietendiploma halen." "Alleman" van Bert Haanstra is vandaag door het Nederlandse volk uitgeroepen tot beste Nederlandse documentaire. Ik vraag me af wat de houdbaarheid ervan is voor volgende generaties.

Monday, December 03, 2007

Snow plowing

"Let it snow, let it snow, let it snow.' Nou mooi niet, dacht ik vandaag, toen ik het welbekende kerstdeuntje hoorde. Gisteren was het nog mooi om vers uit de bioscoop, na Disney's Enchanted een witte wonderwereld in te lopen. Helemaal verrast waren we door de veranderde wereld. Het was zo mooi buiten. Net zo sprookjesachtig als de film, maar vannacht zag ik dat anders.

P. moest idioot vroeg op het vliegveld zijn. Om half 5 's ochtends is een pak sneeuw niet fijn. Dan is het meer glibberig en gevaarlijk. Wat later in de ochtend realiseer je je dat je wat moet met die sneeuw. Ik had gehoopt dat het zou dooien. Maar dat is een typisch Hollandse gedachte. In New England smelt de sneeuw niet meer in de winter. Er komt alleen maar veel meer bij. Nadat ik X. naar school had gebracht - later dan normaal, want de scholen gingen pas 2 uur later open vanwege, jawel, de sneeuw - wilde ik in de supermarkt gelijk iets van pekel kopen. Ze hadden alleen biologisch goedgekeurde korrels. Twee potten meegenomen. Veel te weinig van onze glibberhelling naar de garage. 15 meter lang is de helling en een metertje of 5 breed. Dan zijn daar ook nog de sidewalks, de wandelpaden tussen de weg en je huis, die je als bewoner zelf sneeuwvrij hoort te houden, plus de trap en pad naar de voordeur.

Na een uur sneeuwscheppen ging de telefoon: P. HIj kreeg de volle laag. Dat kutland met die kutsneeuw. Hadden we al een te groot huis waarin ik veel te veel tijd kwijt ben om schoon te maken, had ik er ook nog meters straat bij. Terwijl meneer lekker naar betere temperaturen vloog om lekker te confereren met borrels en diners, stond ik me godverdedgodver in het zweet te scheppen in de sneeuw. Daar was ik niet voor gemaakt. Dit kon niet de bedoeling zijn. Daarom was ik niet naar de VS gekomen. Arme P. Onthutst zei hij dat alleen maar wilde zeggen dat hij goed was aangekomen. Nou, dat is dat is dan fijn, snauwde ik en tierde nog even verder over sneeuw en de spierpijn die je ervan kreeg, los van het feit dat het ook nog eens veel tijd kost dat sneeuwscheppen. Bel dan iemand daarvoor, opperde P. Alsof het geld op onze rug groeit, wierp ik tegen. Zo houden we nooit eens wat over.

Na nog een uur scheppen, was ik nog steeds niet halverwege met het schoonmaken van ons garagepad. Bezweet en met trillende armen van het vermoeiende werk, greep ik uiteindelijk toch de telefoon. Een uur later stond Derek O'Connor voor de deur met een sneeuwschuiver en nog een mannetje om de sneeuw weg te scheppen, waar de schuiver niet bij kon komen. Verstaan deed ik Dereks Amerikaans Iers nauwelijks, maar dat maakte niet uit. We begrepen alletwee dat die sneeuw weg moest en het was een feest om te zien hoe snel dat sneeuwschuiven ging. In een kwartiertje was het gepiept, garagepad en sidewalks. Omdat ik zelf al zoveel sneeuw had geschept kostte het 50 dollar, maar het was het waard. Normaal kost ons oppervlak sneeuwvrij maken 120 dollar voor de eerste keer en de daarop volgende keren de helft daarvan. Als er meer dan 2 inches sneeuw ligt, komt Derek nu automatisch voorrijden. Weer een zorg minder. Hoewel, net toen hij wegging begon het weer te sneuwen. Dat gaat kosten, dacht ik bezorgd.

Gelukkig stopte het met sneeuwen toen er 1 cm was gevallen. Een sneeuwschuiver was nu niet nodig, maar wel pekel, want sneeuw bevriest hier met die pooltemperaturen gelijk tot ijs. Ons garagepad is stijl, dus als ik geen actie zou ondernemen, zou ik de volgende dag een ijsbaan hebben, waarvan ik met auto en al in de bosput achter het huis zou glijden. Wat te doen? Waar haalde ik pekel vandaan? Ze schenen het nergens te verkopen en van een centraal pekelafhaalpunt in het centrum, zoals in Nederland, daarvan hebben ze hier nog nooit gehoord.

Gelukkig wist de buurvrouw raad. Ik had zand nodig. En niet zomaar zand, maar traction sand. Speelzand is namelijk te fijn, legde ze uit. Daarmee glij je nog van je helling af. Traction sand is grof, waardoor je banden grip hebben op het ijs. De buurvrouw zou wel wat van haar zand op mijn ijsbaan strooien, zodat ik niet 's avonds naar de National Lumber hoefde. Want daar koopt men dus het speciale zand, bij een grote Doe-het-zelf-zaak. Dat had ik natuurlijk kunnen weten, als ik niet zo op zoek was geweest naar pekel. Sorry liefie, dat ik zo kwaad was vanmiddag, zei ik 's avonds tegen P. Alles is nu geregeld.

Tuesday, November 13, 2007

Nederlandse invasie

Tot voor kort kende ik drie Nederlanders hier. De collega van P. met zijn vrouw en kind. Dat is niet veel, dus behelp ik me met Amerikanen, voor zover dat lukt en met Britten, waarmee de klik makkelijker te maken is. De humor van Engelsen lijkt toch meer op die van ons, dus dat voelt relaxter. Desalnietemin is de mens veel op zichzelf aangewezen in den vreemde. Dus vielen we met zijn drietjes helemaal stil toen we Nederlands hoorden in de mall. Anderen net als wij die ook slaapzakwinterjassen aan het passen waren tegen de extreme kou in New England. Gelijkgestemden, dacht ik gelijk, hoewel dat natuurlijk onzin is. In Nederland zou je nooit een andere Nederlander aanspreken in een winkel om te vragen waar hij vandaan komt, maar dit is Amerika en dan mag het. En zij leken dat ook leuk te vinden. Ja, ze waren hier ook alweer een half jaar. Voor werk ja. En jullie? En zo ging het een tijdje door. Ze waren wat jonger dan wij met twee iets jongere kinderen dan X. Iets maakte dat we geen van allen telefoonnummers uitwisselden. Van begin dit jaar weten we nog een Vaamse die zo'n desperaat eenzame indruk maakte dat het afschrikwekkend was. Zo wilden wij niet zijn. Maar een beetje spijt hadden we binnen vijf minuten al. Zou toch wel leuk zijn, Nederlanders in de wat stijvige kennissenkring hier. Maar ja, gedane zaken nemen geen keer, dus wist ik vandaag niet hoe snel ik van gangpad moest wisselen in de supermarkt, doen ik door het schoonmaakmiddelenrek voor me weer Nederlands hoorde. Normaal ben ik helemaal niet zo van het spontane contact leggen, maar Amerika haalt onvermoede kanten in me naar boven. Daar stond een vrouw met een kindje. Ze was helemaal verrast. 'Goh Nederlands, dat hoor je niet vaak hier', toen ik haar aansprak. Haar Amerikaanse accent verraadde een langer verblijf. 'Ja, vijf jaar alweer. Getrouwd met een Amerikaan. Eerst met hem een paar jaar in Nederland gewoond. Ik wil wel terug, maar de zaken gaan goed hier, dus je weet het niet he?' En toen deed ze waar ik een dag tevoor te schijterig was: ze gaf me haar adres en telefoonnummer. Blijkbaar vond hogerhand dat ik een herkansing verdiende:-)

Monday, November 12, 2007

Uit de tredmolen

Het mailtje uit Nederland was leuk. We werden uitgenodigd om te slapen. Borrels gepland. Ervaringen uitgewisseld. 'Hoe is het daar? Voel je je al Amerikaan? Hier alles zijn gangetje. Ja, het was inderdaad Sint Maarten toen je belde. Jammer dat we je misten. We liepen buiten met de lampionnen. Wijntje erbij. Gelachen. Gezellig.' Ik zag het voor me. De straten thuis. De donkere tuintjes. Kinderen met lampionnen. Tassen met snoep. 'Ach, was ik er maar bij,' Heimwee overviel me, maar maakte al snel plaats voor een gevoel dat ik herkende.

Jaren terug. Relatiebreuk. Ik had het niet gewild. Hij wel. Een lastig jaar volgde, maar het leven werd toch geleidelijk aan makkelijker. Soms voelde ik me zelfs opgelucht. Geen ruzies meer. Geen stress. Na een jaar kwam ik weer in de buurt van de winkel die we met een groepje mensen hadden opgezet. Onwillekeurig keek ik naar de deur van de zaak. Tot mijn verbijstering ging de deur open en stapte mijn ex naar buiten. Gelukkig zag hij me niet, want voor een confrontatie was ik nog niet klaar. Het was dinsdagavond. Ik wist ineens weer wat er op dinsdagavonden altijd gebeurde. Vergaderen met de hele club. Nooit echt leuk. Blij dat ik daar vanaf was. Ik had de vergaderingen tot op die avond met succes verdrongen. En daar was hij. Zijn leven was blijkbaar geen spat veranderd. Een andere vriendin, dat wel, maar hetzelfde huis, dezelfde baan, alles bij het oude, terwijl voor mij alles weer nieuw en zonnig was. Ik realiseerde me toen dat ik niet met hem zou willen ruilen en ook nooit meer terug zou willen.

Een enigszins vergelijkbaar gevoel drong zich aan me op na het lezen van die mail uit Nederland, met dat verschil dat ik nu nog wel steeds terug wil. Toch boette dat verlangen iets in bij het plotselinge besef dat het leven thuis ogenschijnlijk onveranderd doorgaat en dat wij hier toch wel erg veel nieuwe, spannende ervaringen opdoen. Dat is niet altijd makkelijk en ik weet ook niet zeker of ik het zou overdoen als ik mocht kiezen, maar om nu te ruilen met al die mensen die sinds maart in dezelfde, weliswaar plezierig vertrouwde tredmolen zitten? Neuh....

Friday, November 09, 2007

Wine&cheese = borrelen!

Hangover. Bah. Stom. Gisteravond hadden we een zogenoemd 'wine&cheese'-event voor de ouders uit X.'s klas. En het was best leuk. Boven verwachting. P. en ik hadden ons huis ervoor opengesteld. 'Thank you so much for hosting.' Well, any time. WIj houden wel van een feestje. Dat is een goede remedie tegen homesickness, want die wil nog wel eens toeslaan na een kleurloze week. 'Ik wil naar Nederland. Ik wil een keer hard kunnen lachen,' roep ik dan tegen P. De afgelopen week was het weer zover. Herfstblaadjes. Kou, wat doe ik hier? 'Wine&cheese' parties organiseren voor humorloze Amerikanen! Er zouden er ongeveer 25 komen. Dus was mijn dag gevuld met huishoudelijke zaken.

Eerst de boodschappen. Helaas bestaat er in dit deel van de VS niet zoiets als een winkel, waar je en wijn, en lekker vers brood en hondenvoer kunt kopen. Dat is misschien een rare combinatie, maar het zijn wel onze dagelijkse levensbehoeften. Wij lusten graag een wijntje. De hond en katten halen hun neus op voor Amerikaans voer. Ze willen alleen Cesar. Ja, ook de katten. En wij willen lekker vers brood, maar dat is nauwelijks te krijgen. Amerikanen eten van dat kleffe zachte brood dat tot het eind der tijden eetbaar blijft, of ze hebben brood dat al droog is als het de oven verlaat. Dus voor goed vers brood betaal je of heel veel, of je moet ver weg. Een tussenweg is er niet. Daardoor moet ik altijd minstens naar twee en als ik op de kleintjes let naar drie winkels. Die winkels liggen voor het gemak dan ook niet vlak bij elkaar. Nee, ik moet altijd weer minstens tien minuten rijden. Ik haat dat. Inefficient Amerika, bah. Ik mis AH waar ik alles in een kar gooide en klaar was. Heerlijk. In een half uur uit en thuis. Boodschappen kost je hier minstens het dubbele aan tijd als het niet veel meer is. Twintig flessen wijn had ik gekocht, omdat ik geen idee had hoe die wijn nou in verhouding tot die desserts stond. Hoe bedoelen Amerikanen dat? Maar twintig flessen moesten genoeg zijn. Kon ik de wijn ook voorlopig van mijn boodschappenlijstje schrappen. Voor een weekje of zo:-)

Daarna kwam het poetsen van het huis. In onze welgestelde buurt zijn veel vrouwen thuis. Het huishouden hebben ze gepeferctioneerd tot een hoger iets. Tenminste dat gevoel heb ik. Ondanks de werkster cleanen ze zelf veel, of bakken cookies, zijn bezig met de tuin, naast al hun joggen. Al die huizen zijn spic en span, hun eten perfect, dus had ik het benauwde gevoel dat er wel minstens tien schoonmoeders op bezoek zouden komen. Ze zouden met hun witte handschoen over mijn groezelige plinten strijken. Ze zouden de inhoud van mijn bestekbak controleren op aanwezigheid van smetten en het ontbreken van zilver. Hun lans breken over onze simpele wijnglazen. Hoe er dan toch iets van te maken? Ik poetste me suf. Maakte alle vier de wc's schoon - belachelijk aantal. Veegde de vloeren, omdat ik niet met die onhandige grote Amerikaanse stofzuigers om kan gaan. Zelfs alle aangekoekte vlekken boende ik uit de koelkast. Meer kon ik niet doen om te slagen voor deze ballotagecommissie.

De kaarsjes aan, de haard aan. De wijnflessen klaar naast de wijnglazen. En toen kwamen ze. De deserts bestonden vaak uit borrelsnacks. En er kwam meer wijn. Er was al gezegd, je krijgt evenveel wijn terug als je hebt gekocht en het was waar. Wine&cheese betekent stevig borrelen. En het was leuk. Mensen vonden ons huis so European. De meeste Amerikanen hebben toch een inrichting die je bij je ouders ziet, dus vonden ze het hier wel vreemd, maar leuk. Talrijk waren de complimenten. Erg fijn. Echt hard gelachen heb ik wel niet, maar ik had wel een leuke avond met erg leuke relaxte mensen. Het was zelfs zo geslaagd dat het feestje niet om 9 uur was afgelopen. Dat was op de uitnodiging gezet door de moeder die het event had helpen organiseren. Verontschuldigend kwam ze zeggen dat het zo leuk was dat mensen niet weg gingen. Ongekend fluisterde ze, meestal worden deze events nauwelijks bezocht. En dat vertelde ze me nu pas. Om 11 uur zwaaiden we de laatsten uit, nadat een paar moeders ook nog door onze keuken hadden gespic-en-spand. Ideaal. Enigszins aangeschoten namen we er nog eentje en aten we aan de keukentafel nog meer kaas en een stuk heerlijke chocoladetaart. Dat gaan we vaker doen, maar niet op donderdagavond, namen we ons vandaag kreunend voor .

Thursday, November 08, 2007

Echt leven

Het is koud.
De hond moet uit.
Voor de verandering heb ik de i pod meegenomen.
Op de radio in de auto had ik net dat mooie nummer gehoord.
Van Incubus.
Tot mijn verbazing heet het nummer niet 'I'll be there',
maar 'Drive'.
Dus het was even zoeken.
Er zit een prachtige, alweer ouderwetse scratch in.
Kippenvel.
Lopen in de winterzon.
Poepzakje in de hand.
Prachtige bosrijke wijk.
En het gevoel dat ik de enige ben die echt leeft.

Wednesday, November 07, 2007

Zoenen

Hij wil niet meer zoenen.
'Waarom dan niet?', vraag ik.
'Ik ben toch al bijna zeven', antwoordt hij.
'Dat begrijp je toch wel?'
'Nee', wil ik zeggen.
Te laat.
Hij speelt al verder.
Alsof er niets gebeurd is.

Tuesday, November 06, 2007

Het kind

Wat deed dat kind daar?
De AKO literatuurprijsuitreiking was op TV.
Ik moest vooral naar dat kind kijken.
Dat Rita Verdonk een boek besprak was verbazingwekkend.
Toch bleef het kind mijn aandacht trekken.
Allemaal grote mensen met voor een kind saaie en enge gesprekken.
Het ging ook over moorden die in de boeken plaatsvonden.
Maar het kind gedroeg zich keurig.
Het bladerde braaf in een stickerboek.
Was het kind een afleidingsmanoevre?
Had Grunberg daarom het kind op schoot?
Er was al genoeg modder gegooid tussen AFTh. en Grunberg?
Mijn sympathie ging uit naar AFTh.
Niet dat ik zijn boek heb gelezen.
De eerste druk ligt hier, net als de zoveelste druk van Tirza en ook een ander AKO-boek: Ararat.
Allemaal ongelezen.
We kunnen een kast vullen met ongelezen boeken.
Maar daar gaat het nu niet over.
AFTh. vond ik sneu neergezet de laatste tijd.
Ik vrees dat ik daarvoor gevoelig ben.
Daar was dat hele gedoe met Grunberg.
Het resultaat?
AFTh. wilde beledigd niet in dezelfde ruimte als Grunberg verblijven.
Hij zat in een apart kamertje tijdens de prijsuitreiking.
Eigenlijk wel een kinderlijke reactie.
Maar wel fijn eerlijk.
De media hadden zich de laatste tijd ook nog eens op AFTh. gestort.
De man had vriendelijk, maar keer op keer weer voor de camera zijn laatste ontmoeting met Jan Wolkers gememoreerd.
Dat was een beetje lachwekkend.
Maar ook ontwapenend.
Dus was ik blij dat AFTh. won.
Helemaal toen hij zichzelf zo wegcijferde.
Hij zwaaide zijn uitgever alle lof toe.
Het kind onttrok Grunbergs gezicht aan de camera.
Mijn aandacht ervoor was minder.
Ik zag vooral dat andere grote kind met de prijs.

Monday, November 05, 2007

Cool

Hij kon niet kiezen.
'Awesome', vond hij alle Star Wars minifigs.
'Hoe zou je dat vertalen?', vroeg ik.
Gewoon benieuwd naar de woordenschat van een 6-jarige Nederlander die een half jaar in Amerika woont.
Hij dacht even na.
Toen kwam het antwoord.
'Cool.'

Tja....

Sunday, November 04, 2007

Lijkschennis

Als je ruim drieduizend jaar dood bent,
mag je blijkbaar gewoon tentoongesteld worden.
Na dertig jaar zouden we dat luguber vinden.
Een lijk waaraan herinneringen kleven in een glazen kist.
Nee, dat laten we voor Sneeuwitje.
En voor types als Lenin of broeder Ho.
Hoewel de meeste westerlingen dat toch een beetje onsmakelijk vinden.
Maar na drieduizend jaar hebben we er geen problemen meer mee.
Hup daar gingen Toetanchamons schamele zwarte resten uit de sarcofaag.
Op de schouders van een paar mannen met tulbanden.
Ik was gewoon bang dat zijn broze blote voeten zouden breken.
Zo onprofessioneel ging het eraan toe.
En nu ligt hij naakt onder een kleedje in een simpele houten doos.
Het geheel gevat in plexiglas.
Zelf had hij ooit een prachtige dubbelwandige gouden kist besteld.
Wat zou hij van deze lijkschennis vinden?