Thursday, December 13, 2007

Newman's own

New England is in de ban van wat organic wordt genoemd. In Nederland kennen we dat onder de naam biologisch. In AH vormde het nog maar een klein onderdeel, toen ik NL verliet. In Boston neemt het grote vormen aan. De whole foods is een total organic store. Wel pakken ze je boodschappen in plastic of paper bags, zoals Amerikanen dat gewend zijn. Speciaal voor de plastic bags staat er een recycle bak. Je kunt ook boodschappentassen kopen voor een dollar, maar dat is niet populair. Ik zie er weinig mensen mee.

In NL had ik wel fraaie booschappentassen uit India, maar ik gebruik ze niet meer. Ze hangen als een soort herinnering aan de gangkast. Ze zijn te groot voor Amerikaanse begrippen. Amerikaanse inpakkers pakken kosher in, vanwege de grote Joodse gemeenschap. Daardoor krijg je veel kleine tassen. Bovendien sjouwt dat makkkelijker. Dus hangen mijn boodschappentassen ongebruikt in de gang en de nieuwe, voorzien van een Whole Foods merk, vergeet ik vaak. De recycle bak halen mijn gekregen tassen meestal niet. De plastic bags gebruik ik als pick-up-after-your dog-zakje. De paper bags worden wel gerecycled want daarin gaan de oude kranten. Het huisvuil wordt hier namelijk ook gescheiden opgehaald.

De Whole Foods is dus de organic store. De tandartsassisente vertrouwde me laatst toe dat ze er bijna geen boodschappen deed. 'Only special things', anders zou ze niets meer over houden van haar maandsalaris. Ze heeft gelijk de whole foods is duur, maar wat ze hebben lijkt nog het meest op de Nederlandse supermarkten, zonder wijn dan, maar wel met - heel on-Amerikaans - lekker brood en veel verse groente. Maar godsgruwelijk duur, dat is waar. Niet dat het hindert in deze rijkeluisbuurt. Ik weet 3 whole foods te zitten binnen 5 km en het is er altijd druk.

De Shaws, de echte Amerikaanse supermarkt met gangpaden vol diepvrieseten en hamburgers heeft inmiddels ook een organic section en andere winkels verkopen net als in NL een handjevol als organic aangeprijsde spullen. Zelfs McDonalds is een beetje organic gegaan, met Newman's own koffie, naast de immer vette en laffe hamburgers, die niet organic zijn. Newman's own is trouwens in veel meer winkelketens te vinden, ook in de Whole Foods, onze lokale supermarkt en de Target.

Filmfanaten of 40-plussers kennen Paul Newman nog wel, want hij is de promotor van het gelijknamige merk. Eerst kon ik dat niet geloven, totdat ik de Newman's own website bekeek. Newman was in de jaren 50 een stud als Brando in kwaliteitsfilms als The long hot summer, Cat on a hot tin roof etc. Nu staat zijn hoofd op alle Newman's own-producten van pet food - niet te eten volgens mijn katten en hond - tot koffie, sauzen -erg lekker - en snoepjes in schattige blikjes, waarvan we er inmiddels al zo'n 50 van hebben verzameld, zo lekker is de inhoud en zo mooi de verpakking. Het doel is ook goed. De totale opbrengst van Newman's own gaat naar charity, inmiddels al 220 million USD! Ook als 80-plusser blijft Newman erg ok:-)

Wednesday, December 12, 2007

One nation under frog

'Mam, ik geloof niet in God. Dat zeg ik ook tegen andere kindjes.'
Enigszins upset kijk ik naar X. Niet omdat hij perse in God moet geloven van mij. Dan had ik hem maar meer godsbesef bij moeten brengen. Wat me wel zorgen baart is dat hij tegen Amerikaanse kinderen atheisme predikt.

'That's a bad word', kapittelde zijn vriendje me onlangs. Met de nadruk op 'bad'. Zonder nadenken had ik 'O my God', gezegd. Ik riep nog laf dat ik geen 'bad word' zei, maar 'O, my gosh'. Dat is een tenenkrommende tutholamevrouwenvloek, maar beter dat, dan te boek te staan als die vloekende moeder, waarvan je het kind beter kunt mijden. Het vriendje trapte er niet in. 'No, you really said a bad word.' Zucht. Ik heb het toen laten overwaaien. Uiteraard gebeurde er niets in het zichzelf liberaal noemende Boston, maar toch was ik er niet helemaal gerust op.

Binnen een straal van 5 km weet ik hier wel een kerk of tien te staan. Allemaal goed onderhouden, voor diverse geloofsrichtingen en allemaal druk bezocht. Ook de Zondagsschool bloeit hier nog. Vaag kan ik me mijn Zondagsschool nog herinneren en dan vooral de stichtelijke boekjes die je met Kerstmis kreeg. W.G. van der Hulst-braafheid. In ouderwetse bewoordingen onderichtte men de kinderziel over arme meisjes, zonder moesje en stoute bengels. Gelukkig kwam het altijd goed, omdat God met je was. Ik vond dat mooi. Nu nog, uit puur sentiment.

Toch gaat X. niet naar de Zondagsschool. Veel van zijn vriendjes gaan wel. 'We are catholic, I think its good to tell them about religion,' zei een moeder tegen me. Ja, dat vind ik ook, maar daarvoor hoef je niet naar de kerk. Bovendien moest ik heftig nadenken over wat ze me eerst vertelde, dat het zo traumatisch was, dat openbaar biechten vroeger. 'Doen ze dat nu nog?,' vroeg ik. 'No, I don't think so.'

X. fulmineert verder over het geloof. 'Het is stom.' Ik zeg dat ik niet weet of God wel of niet bestaat. Dat vindt hij belachelijk. 'Geloof je in Sinterklaas', probeer ik. Hij kijkt me aan. Schrik. Wat heb ik nu gedaan? Straks gelooft hij niet meer in Sint door dit gesprek en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. 'Ja, natuurlijk geloof ik in Sinterklaas, die kun je toch zien.' Poeh, gelukkig heb ik zijn geloof in de Goedheiligman niet kapot gemaakt. Zeer discutabel eigenlijk dat ik dat dan blijkbaar belangrijker vind dan zijn geloof in God.

'Niemand heeft God gezien, dus bestaat hij niet', zegt X. Wij hebben ook geen dino;s gezien, zeg ik. Onzin vindt hij. 'Daar zijn botten van.' Wat een wijsheid. 'Mensen die geloven doen alleen maar nare dingen.' Ik schrik ervan. Hij ziet het en zegt: 'Maar dat zeg jij ook altijd.' Vreselijk, heb ik hem nu al het idee gegeven dat mensen vanuit hun ideologie ellende kunnen veroorzaken? Daarvoor is hij veel te jong. Ik leg hem omstandig uit dat mensen ook veel steun kunnen hebben aan God. Dat ze zich daardoor minder alleen voelen. Hij kijkt ongelovig. Ik besluit de discussie voorlopig te laten rusten. 'Nee, hij zou er vriendjes niet mee lastig vallen', belooft hij. Hij begrijpt wel dat opmerkingen maken over zaken die andere mensen belangrijk vinden niet fijn zijn. Maar stom vindt hij het nog steeds. 'Daarom zeg ik de "Pledge of Allegiance" nu anders."

Van mij hoeft X. geen trouw te zweren aan de Amerikaanse vlag, zoals alle kinderen van zijn school iedere ochtend trouw doen - zelfs met de hand op het hart. Maar je mond houden in zo'n brave groep is lastig voor een 6-jarige. Vroeg of laat moet je dan uitleggen wat er aan de hand is. Dat had X. wel door, dus had hij zijn eigen daad van verzet gevonden, om af te rekenen met dat geloof. "Ik zeg in plaats van 'one nation under God' nu 'one nation under frog'", vertrouwt hij me toe. Ik wil niet lachen, uit pedagogisch oogmerk, maar kan me niet inhouden. Ongetwijfeld zal God me nu straffen.

Tuesday, December 04, 2007

Alleman afgekeurd

"Pas bij het weggaan ga je pas beseffen wat je in het oude Holland achterliet. Ja, wat laten zij die weggaan eigenlijk allemaal in Holland achter? Wat zal er allemaal gewoon doorgaan als je ergens ver weg zit te denken dat het zoveel mooier was dan het was?" Zwart-witbeelden van keurige jaren zestig mevrouwen. Haren in de krul, bloemen onder de arm, jurken. Regen op de startbaan waarop een oud KLM-toestel is te zien. Zoenen, omhelzingen en tranen. Bert Haanstra's 'Alleman' heeft alle emoties van het vertrek te pakken en als Simon Carmiggelt ook nog eens van die weemoedige vragen erbij stelt, krijg ik een prop in mijn keel. Alsof ik een landverhuizer ben? Ik kan terug wanneer ik wil, maar toch. Tot mijn ontzetting begint X. naast me te huilen. Hij voelt zich wel een landverhuizer. Hij kan niet beslisen wanneer hij teruggaat. "Ik wil dit niet zien", huilt hij. "Dan wil ik naar Nederland terug. Die film is niet leuk." Ik voel me schuldig. Ik wilde hem juist wel iets leuks laten zien, maar ik had er geen idee van dat er zo'n emotionele vertrekscene inzat. Dat stuk herinnerde ik me niet meer. Ooit toen ik de film zag, maakte dat geen indruk op me. Wel de verkleedtaferelen voor het zwemmen, die antiek zijn voor modern Nederland, maar op het Amerikaanse strand nog heel gewoon. X. glimlacht welwillend als hij het gedoe op het strand ziet. Ik zie ouderwetse rieten strandstoelen en strandpakjes. Ach, weet je nog, mijmert het in mijn hoofd. X. kijkt ernaar als naar de prehistorie, maar hij mist duidelijk de dino's. "Kunnen we nu de games doen op het Sinterklaasjournaal?", vraagt hij. "Ik wil mijn Pietendiploma halen." "Alleman" van Bert Haanstra is vandaag door het Nederlandse volk uitgeroepen tot beste Nederlandse documentaire. Ik vraag me af wat de houdbaarheid ervan is voor volgende generaties.

Monday, December 03, 2007

Snow plowing

"Let it snow, let it snow, let it snow.' Nou mooi niet, dacht ik vandaag, toen ik het welbekende kerstdeuntje hoorde. Gisteren was het nog mooi om vers uit de bioscoop, na Disney's Enchanted een witte wonderwereld in te lopen. Helemaal verrast waren we door de veranderde wereld. Het was zo mooi buiten. Net zo sprookjesachtig als de film, maar vannacht zag ik dat anders.

P. moest idioot vroeg op het vliegveld zijn. Om half 5 's ochtends is een pak sneeuw niet fijn. Dan is het meer glibberig en gevaarlijk. Wat later in de ochtend realiseer je je dat je wat moet met die sneeuw. Ik had gehoopt dat het zou dooien. Maar dat is een typisch Hollandse gedachte. In New England smelt de sneeuw niet meer in de winter. Er komt alleen maar veel meer bij. Nadat ik X. naar school had gebracht - later dan normaal, want de scholen gingen pas 2 uur later open vanwege, jawel, de sneeuw - wilde ik in de supermarkt gelijk iets van pekel kopen. Ze hadden alleen biologisch goedgekeurde korrels. Twee potten meegenomen. Veel te weinig van onze glibberhelling naar de garage. 15 meter lang is de helling en een metertje of 5 breed. Dan zijn daar ook nog de sidewalks, de wandelpaden tussen de weg en je huis, die je als bewoner zelf sneeuwvrij hoort te houden, plus de trap en pad naar de voordeur.

Na een uur sneeuwscheppen ging de telefoon: P. HIj kreeg de volle laag. Dat kutland met die kutsneeuw. Hadden we al een te groot huis waarin ik veel te veel tijd kwijt ben om schoon te maken, had ik er ook nog meters straat bij. Terwijl meneer lekker naar betere temperaturen vloog om lekker te confereren met borrels en diners, stond ik me godverdedgodver in het zweet te scheppen in de sneeuw. Daar was ik niet voor gemaakt. Dit kon niet de bedoeling zijn. Daarom was ik niet naar de VS gekomen. Arme P. Onthutst zei hij dat alleen maar wilde zeggen dat hij goed was aangekomen. Nou, dat is dat is dan fijn, snauwde ik en tierde nog even verder over sneeuw en de spierpijn die je ervan kreeg, los van het feit dat het ook nog eens veel tijd kost dat sneeuwscheppen. Bel dan iemand daarvoor, opperde P. Alsof het geld op onze rug groeit, wierp ik tegen. Zo houden we nooit eens wat over.

Na nog een uur scheppen, was ik nog steeds niet halverwege met het schoonmaken van ons garagepad. Bezweet en met trillende armen van het vermoeiende werk, greep ik uiteindelijk toch de telefoon. Een uur later stond Derek O'Connor voor de deur met een sneeuwschuiver en nog een mannetje om de sneeuw weg te scheppen, waar de schuiver niet bij kon komen. Verstaan deed ik Dereks Amerikaans Iers nauwelijks, maar dat maakte niet uit. We begrepen alletwee dat die sneeuw weg moest en het was een feest om te zien hoe snel dat sneeuwschuiven ging. In een kwartiertje was het gepiept, garagepad en sidewalks. Omdat ik zelf al zoveel sneeuw had geschept kostte het 50 dollar, maar het was het waard. Normaal kost ons oppervlak sneeuwvrij maken 120 dollar voor de eerste keer en de daarop volgende keren de helft daarvan. Als er meer dan 2 inches sneeuw ligt, komt Derek nu automatisch voorrijden. Weer een zorg minder. Hoewel, net toen hij wegging begon het weer te sneuwen. Dat gaat kosten, dacht ik bezorgd.

Gelukkig stopte het met sneeuwen toen er 1 cm was gevallen. Een sneeuwschuiver was nu niet nodig, maar wel pekel, want sneeuw bevriest hier met die pooltemperaturen gelijk tot ijs. Ons garagepad is stijl, dus als ik geen actie zou ondernemen, zou ik de volgende dag een ijsbaan hebben, waarvan ik met auto en al in de bosput achter het huis zou glijden. Wat te doen? Waar haalde ik pekel vandaan? Ze schenen het nergens te verkopen en van een centraal pekelafhaalpunt in het centrum, zoals in Nederland, daarvan hebben ze hier nog nooit gehoord.

Gelukkig wist de buurvrouw raad. Ik had zand nodig. En niet zomaar zand, maar traction sand. Speelzand is namelijk te fijn, legde ze uit. Daarmee glij je nog van je helling af. Traction sand is grof, waardoor je banden grip hebben op het ijs. De buurvrouw zou wel wat van haar zand op mijn ijsbaan strooien, zodat ik niet 's avonds naar de National Lumber hoefde. Want daar koopt men dus het speciale zand, bij een grote Doe-het-zelf-zaak. Dat had ik natuurlijk kunnen weten, als ik niet zo op zoek was geweest naar pekel. Sorry liefie, dat ik zo kwaad was vanmiddag, zei ik 's avonds tegen P. Alles is nu geregeld.