Tuesday, June 29, 2010

Van zwemmen in de Trevi fontein en van roken tijdens de zwangerschap

Zie ik het goed? Zwemmen er kinderen in de Trevi fontein? Ja, ik zie het goed. Een groep kids klautert op de beelden. De een springt van de rotsen in het water, de ander zit op een marmeren paard. En niemand die er wat van zegt. Geweldig.

De beeldengroep van de Trevi fontein als klimrek. Dat is een van de verrassingen als je oude films kijkt. Gisteravond waren het Roman Holiday met Audrey Hepburn en Gregory Peck, en The way we were, met een piepjonge Robert Redford en Barbara Streisand. 50s en 70s romantiek op 1 avond. Extreem feel good, maar wat is er veel veranderd sindsdien. Zelfs de 70s zijn lichtjaren van de 21ste eeuw verwijderd. En dan heb ik het niet over de seksscenes, want die zijn er uiteraard niet of nauwelijks. Nee, ik heb het over die andere veranderingen, zoals het geplons in de Trevi fontein. Dat je in de 50s blijkbaar gewoon in de fonteinen van Rome mocht zwemmen, is iets wat ik misschien wel had kunnen bedenken, maar wat me toch verrast als ik het in beeld zie. Alledaagse dingen die gewoon waren toen, maar nu verboden of not done.

Roman holiday neemt je in prachtige zwart wit beelden mee naar een Rome met verweerde mannetjes; scheldende vrouwen, gekleed in het zwart; schilderachtige marktpleintjes, drukke straten, kortom het archetype beeld van een zonovergoten Italiaanse stad, zoals dat in ons collectieve geheugen is gegrift. Tot zover niets nieuws, totdat Peck aankomt bij de Trevi fontein vol met klimmende en zwemmende stadskinderen. Verbaasd spoel ik de film een stukje terug, ik geloof mijn ogen haast niet. Tegenwoordig ziet de fontein zwart van de toeristen. Bij het water komen is al lastig, erin gaan haast onmogelijk - gevaarlijk ook met al die muntjes die erin worden gegooid - en bij mijn weten verboden. Net zoals je niet meer in Griekse tempels mag komen. In de jaren 70 kon ik nog gewoon tussen antieke zuilen lopen, zelfs eraan voelen. Nu kan dat niet meer helaas. Cultureel erfgoed moet beschermd worden. Do not touch. Het is begrijpelijk, maar het voelt als een verlies.

The Way we were is meer van deze tijd met alle relatieproblemen, maar tegelijkertijd ook weer niet helemaal door alle mooie tijdsbeelden. De film begint in de 40s. Jurken, hakken, sokjes, militairen, keurig en braaf, maar Streisand heeft een poster van Stalin live size aan de muur. Als een held, als een soort Che is hij afgebeeld. Streisand en Redford zijn dan nog student, ze eindigen anderhalf uur later gescheiden en wel in de 70s, met de bekende Ban de bom posters, die ik ook in mijn kamer had hangen. In die ruim 25 jaar daartussen, waarin Redford en Streisand niet verouderen, zonder dat het me stoort overigens, leren de twee elkaar kennen, trouwen, want dat moest toen nog, en betrekken als onbekend schrijversechtpaar een beachhouse in California. Blijkbaar had je daarvoor toen nog geen miljoenen nodig. De zwangere Streisand zit heel aangenaam in een 70s broekpak op een veranda met prachtige zeegezichten wijn te drinken. Wat later ligt ze in bed te roken, haar dikke buik pontificaal in beeld. Het zijn haast schokkende, onverantwoorde beelden - so not done anno 2010.

Grappig hoe de publieke opinie in zo'n korte tijd wijzigt. En hoe alledaagse dingen snel ongewoon worden. Voor 9-jaar al helemaal. De 50s en 70s zijn voor hem echt een andere wereld. Wat is dat? vraagt hij geinteresseerd. Hij loopt langs en ziet op de film een zwarte telefoon met draaischijf en een snoer. Mijn opa hield de hoorn van zo'n zelfde telefoon een beetje angstig een halve meter van zijn oor - alsof er een hand uit dat nieuwerwetse ding zou kunnen komen - terwijl zijn achterkleinkind al geen idee meer heeft waar dat ouderwetse ding voor dient.

Tuesday, June 22, 2010

She said I am an angel

"She said I'm an angel."
Hij keek gelukzalig.
Hij keek zo blij dat ik het ook een beetje werd.
Het is ook fijn als je een groot compliment krijgt.
Zeker als het van de juf van de basisschool is.
Ik kan me de complimenten van toen niet goed herinneren.
Mijn meester wist vooral mijn bril te raken.
Niet mijn ziel.
In een rake gooi met de bordenwisser.
Klets, mijn bril op de grond.
Nooit noemde de meester me "engel".
Ik was natuurlijk ook niet lief.
Eigen schuld.
Ik heb sinds mijn 17de lenzen.
En met terugwerkende kracht,
als ik de blik van 9 jaar zie,
was ik ook graag een engel geweest.
"She said if the class was filled with boys like me,
she would have a room filled with angels."
Nee, de juf had het niet gezegd waar iedereen bij was.
Natuurlijk niet.
Bevreemd keek hij me aan.
Natuurlijk zou de juf hem niet voor gek zetten.
Daarna ging hij naar bed.
En maakte een schaduw-engel op de muur.
Geleerd van de juf.

Thursday, June 17, 2010

De Frozen Food Verkoper

Voor de deur staat een man.
Zijn witte bestelwagen staat naast mijn zwarte beetle geparkeerd.
Op zijn auto staan gouden letters.
Iets met veel e's en f'en gevolgd door co.uk.
De bedrijfsnaam ben ik alweer vergeten.
De man is in korte broek en gestreepte polo.
Hij wil me 'frozen food' verkopen.
Of hij een demonstratie mag geven.
Ik zie het gelijk voor me.
Hij gaat een diepvriesmaaltijd in de magnetron stoppen.
En die moet ik dan opeten.
Brrr.
Gelukkig heb ik geen magnetron.
En ik heb eigenlijk geen zin in eten.
En al helemaal niet in een demonstratie.
"Nee", lieg ik: "Ik moet zo weg."
Maar de man laat zich niet afschepen.
"Het kost maar 2 minuten."
Hij kijkt vastberaden.
En ik zwicht.
De demonstratie is anders dan ik me had voorgesteld.
Ik moet mee naar de bestelauto.
De achterklep gaat open.
En daarna gaan de sloten open van een enorme vrieskist.
In de kist liggen A3 formaat pakken met vlees en vis.
De man opent een pak zalm.
Wel 20 koude roze zalmmoten slaan wittig uit in de warmte.
De man roemt de kwaliteit van de vis.
En de smaak.
Of ik het verschil niet zie met al dat "frozen stuff" in de winkel.
Als ik niet gelijk iets zeg, vraagt hij of ik soms liever kabeljauw heb.
Of kip, want dat heeft hij ook.
En hup, 20 kippenpoten zien het daglicht.
Ik ben de beroerdste niet.
Ik wil best wat van de man kopen.
Maar ik denk aan mijn 3 kleine diepvriesladen.
Een zo'n doos en een la is vol.
En er zit al van alles in.
"Heeft u geen kleinere verpakkingen?", vraag ik.
Teleurgesteld staart hij me aan.
"Dat zegt nou iedereen", zegt hij.
"Niemand heeft meer een diepvrieskist."
Zijn nieuwe businessmodel openbaart zich aan me.
Maar wijselijk houd ik mijn mond.
Dit is niet het moment.
Hij kijkt nog eens naar mijn huis.
Overduidelijk vindt hij het huis groot.
Hij kan zich niet voorstellen dat er geen diepvrieskist inzit.
"Ik kom maar eens in de 12 weken langs", is zijn volgende troef.
Dat moet het hem doen.
"Prima kwaliteit", zegt hij nog maar eens.
Ik herhaal nog maar een keer dat ik zijn grote pakketten echt niet kwijt kan.
Dat ik online boodschappen doe en dat ze die iedere dag thuis bezorgen.
Gratis.
Dat is de nekslag.
Gewond kijkt hij me aan.
Hij zegt niets.
Met hangende schouders klapt hij de diepvrieskist dicht.
Ik voel me haast schuldig.
Een kleintje wordt weggeconcurreerd door de grote supers.
En ik laat het gebeuren.
"Dank u wel voor uw tijd", zegt hij mechanisch.
Een standaardzinnetje dat hij ooit geleerd heeft op de handelsschool.
Gevolgd door:"Enjoy the rest of your day."
En dan stapt hij in.
Mij bezwaard achterlatend.

Friday, June 11, 2010

Mme de Pompadour

Opvallend stil zijn alle kinderen in de Londense National Gallery. Was ik vroeger ook zo braaf tijdens museumbezoek? Volgens mij rende ik wel eens, of probeerde een gil in een kunsttempel. Gewoon om grappig te zijn, of van de zenuwen, omdat iedereen er zo stil is. Of om de boze reacties te zien van de volwassen bezoekers. Maar de Britse schoolkinderen die ik in de Gallery zie, wekken geen ergenis. In drommen lopen ze door het gebouw. Fluisterend. Net als de andere bezoekers. Het zijn miniatuurvolwassenen. Nepkinderen. Zouden scholen alleen de braafsten hebben gestuurd? Of krijgen de stakkers lijfstraffen?

In de zaal met Franse 18de eeuwse schilderijen zit een groepje kinderen op de grond. Ze kijken naar een doek met een grijze vrouw met muts en een hoepeljurk. Ze zit te borduren. Met vriendelijke appelwangetjes kijkt ze op haar jonge publiek neer. De kinderen zijn een jaar of 8. Ze zwijgen en lijken oprecht geinteresseerd in wat de gids over de dame te vertellen heeft. Wat een geluk heeft die man. Geen game, niets wat beweegt, alleen een statisch beeld van een hoepeljurkmevrouw met strikken. Maar de gids compenseert. Als een danser beweegt hij voor het schilderij, almaar wijzend. Als ik dichterbij kom hoor ik hem vragen:

"Who do you think this woman is?" Ik zie de kinderen denken. Wie is in godsnaam dat rare mens met die strikken op haar jurk? Desondanks blijft het stil. Geen rumoerige discussie volgt, zoals ik dat ooit gewend was. De gids helpt de kinderen op weg."This is the girlfriend of the king. Do you know the name of the French king?" De kinderen komen los. "Noooo", roepen ze in koor."His name was Louis. And do you the name of his girlfriend?" Weer volgt er een welgemeend "Noooo". "Her name was Mme de Pompadour." Geen reactie. Beleefd zwijgend nemen de kinderen de informatie tot zich.

De gids vervolgt: "The king and Mme Pompadour were not always friends. After a while they split up." Verrast luister ik mee. Niet een voor de hand liggend onderwerp om met 8-jarigen te bespreken in een museum. Meer volwassenen blijven staan om te luisteren. Maar de gids vervolgt onverstoorbaar: "Do you know what that is: split up?" Hij buigt naar voren voor een antwoord. De kinderen knikken. "Yeees"' klinkt het dit keer.

De gids vertelt verder: "Mme de Pompadour could keep everything after she split up with the king. Louis said to her, that she could keep her house, give her parties en meet her friends. Just like she always had done. He said to her: I'll make sure you never, ever have to work again. Would you like that? Never work again?" Interessante vraag. "Yeees", klinkt het uit de meeste monden. Maar een paar kinderen zijn het er niet mee eens. Wat ze zeggen versta ik niet. Maar het antwoord van de gids wel: "No, you don't have to sit on your chair all day if you don't work. Mme de Pompadour is just sitting there because she's posing for the picture."

En dan wil ik stiekem een foto nemen: het aardige moment vastleggen. Dat mag wel niet, maar een mens mag zoveel niet. Snel een achteloze snap shot met de iphone - het ding lijkt niet eens op een fototoestel. Maar meteen voel ik een hand op mijn schouder. "No pictures, madam", zegt een suppoost streng. Hij wijst naar de bordjes met niet fotograferen. Ik voel me betrapt. Krijg haast een kleur. Verwijtend lijken de kinderen naar me te kijken. Altijd weer die asociale volwassenen, denken ze. Of verbeeld ik me dat nou maar.